De Europese Draver

en de successen van de Frans-Amerikaanse fokkerij


door Hans Huiberts

overgenomen uit de Breeders Special 2012 van het blad draf&rensport
(en nog steeds actueel)

Wanneer je de top-40 van de meest winnende Zweedse dravers in 2011 goed bekijkt, zijn er slechts 12 van deze toppers zuiver Amerikaans gefokt. Het overgrote deel heeft een vleug(je) Frans. En als je de beste paarden van Frankrijk onder de loep neemt is er bijna geen enkele zuiver Frans. Het is te simpel om de draverfokkerij zwart-wit in Frans en Amerikaans in te delen. Er is in Europa al meer dan 100 jaar gemixt, misschien moeten we het daarom voortaan over de Europese draver hebben. In dit artikel een nadere beschouwing over de successen van de Frans-Amerikaanse mix.

Stokpaardjes
U kent inmiddels mijn overtuiging. De zuivere Amerikaanse draver is zodanig uitgeselecteerd dat er weinig verbetering meer mogelijk is en zelfs degeneratie dreigt door de langdurige en nauwe inteelt. Om vooruit te komen is een brede genenpool en grote diversiteit noodzakelijk. Dat is een basisvoorwaarde voor de evolutie. Deze diversiteit hebben we in Europa ruim voorhanden en het is verstandig om daarvan gebruik maken. Het mixen van het beste van Frans en Amerikaans zal ons aan de top kunnen brengen, maar let op, daar zijn de fokkers in andere landen ook mee bezig. De lat ligt hoog. Een ander stokpaardje is het grote belang van bepaalde merries in de fokkerij. Ook daar moet een fokker op letten en er is een artikel in dit blad aan gewijd. Mijn derde stokpaardje is dat we in Europa een heel ander koerssysteem hebben dan in Noord-Amerika en dus op een andere manier moeten fokken.

Frankrijk
Er zijn drie golven Amerikaans bloed in de Franse draverfokkerij terecht gekomen, steeds met een ruime tussenpose. Die hebben voor een grote verbetering gezorgd en dat was wel nodig. Zuivere Franse dravers hebben in het algemeen veel minpunten en daar moeten we niet mee fokken. Wat de Franse dravers wel hebben is kracht, hardheid en uithoudingsvermogen, en vooral de uitstekende merries. We moeten gebruik zien te maken van reeds geslaagde kruisingen en terugfokken op bepaalde topmerries, want daar heeft de Franse fokkerij er genoeg van.

Eerste golf: De basis is gelegd
Aan de basis van de paarden in het Franse stamboek staan veel Amerikanen, waarachter weer veel volbloed schuilgaat. In de tweede helft van de 19e en het begin van de 20e eeuw werden in Frankrijk veel Amerikaanse dravers ingevoerd, vooral merries. In het artikel in dit blad over de merries met grote invloed in de Franse fokkerij via hun zoons, wordt de oorsprong van de moederlijnen aangegeven en bijna de helft van de genoemde merries heeft een Amerikaanse merrie als stammoeder. Het artikel over Nancy Hanks is ook illustratief. Een ander voorbeeld is Lady Pierce (geb. 1845), de stammoeder van Ourasi, Arnaqueur, Giesolo de Lou, Oyonnax en Daguet Rapide. Lady Strately (geb. 1904) staat aan de basis van Echo, Niky en Rocklyn. Mabel H (geb. 1888) gaf Géneral du Pommeau, Oiseau de Feux en Replay Oaks. Enzovoorts.
Belangrijke vaderpaarden in de jaren 20 waren de Amerikanen Sam Williams, The Great McKinney en Net Worth. In 1937 ging het Franse stamboek op slot. Toch werd er nog wel illegaal met enkele andere Amerikaanse hengsten gefokt. Bekend en inmiddels ook officieel erkend is dat de in 1938 geboren dekhengsten Quiproquo II en Quiroga II beide niet van hun eerste officiële Franse vader Gael afstammen, maar van de Amerikaan Calumet Delco, de oom van Star’s Pride. Deze twee hengsten zijn veel gebruikt en ook de twee zoons van The Great McKinney en Uranie (Kairos en Ogaden) speelden een grote rol, vooral via hun dochters.

Boven: De in 1922 geboren Sam Williams, hier als 3-jarige in de USA, gereden door Walter Cox.
De hengst dekte later in Frankrijk en werd vader van o.a. Parisien, die in de jaren 50 in
ons land dekte en op zijn beurt vader werd van veel goede dravers, zoals Christiaan de Wet,
Roland, Typhoon, Quintus Harvester, Zus Hanover, Bonaire, etc.


Tweede golf: Henri Levesque
Deze Franse “hereboer” was de voorloper van J.P. Dubois. De grootvader van Pierre Levesque was een zeer succesvolle fokker-eigenaar-trainer-rijder. We hoeven maar te noemen de Prix d’Amérique-winnaars Masina, Upsalin en vooral Roquépine. Zij was in New York enkele malen Wereldkampioene geworden en Levesque had in de USA verder gekeken dan zijn Franse neus lang was. Het was zijn droom om zijn topmerrie te laten dekken door ’s werelds beste dekhengst Star’s Pride en dat deed hij gewoon. Het resultaat: Florestan mocht niet in het Franse stamboek worden ingeschreven, net als de een jaar later geboren Granit (van de Star’s Pride-zoon Ayres). Na hun koerscarrière kwam er gelukkig een éénmalige uitzondering op de Franse regels en werden beide hengsten aangekocht door het Haras National. Ook Kimberland (van Nevele Pride u.d.v. Jamin) kwam zo op een staatsstoeterij terecht. We kennen inmiddels de grote invloed van deze 3 half-Amerikaanse hengsten in de jaren 1970.

Boven: Florestan was als zoon van de Amerikaanse tophengst Star's Pride en
de Franse Wereldkampioene Roquépine uniek gefokt.
Hier poseert hij op de Franse Staatsstoeterij Haras du Pin.
Hij is van zeer grote invloed geweest in Frankrijk.


Derde golf: de tijdelijke uitwisseling
Het grote succes van vooral Florestan heeft de ogen van de Societé tijdelijk geopend en daarmee het Franse stamboek. Van 1985 t/m 1992 konden van geselecteerde merries veulens worden geregistreerd van toegelaten buitenlandse vaderpaarden en konden ook goedgefokte fokdieren worden geïmporteerd. Van dit laatste werd op beperkte schaal gebruik gemaakt. Workaholic werd aangekocht door het Haras National en opgesteld op het Haras-du-Pin. De hengst Mickey Viking werd privé aangekocht en dekte slechts één jaar voordat hij stierf, maar bij deze jaargang zat wel Viking’s Way. De fokmerrie Armbro Glamour werd aangekocht door Jean-Etienne Dubois en zij werd gedekt in Frankrijk. Dat leverde hem o.a. Coktail Jet op.
Een aantal fokmerries werd naar Noord-Amerika getransporteerd om daar te worden gedekt, o.a. Quézira, Nevadara, Nesmile, Dimitria, Infante d’Aunou en Idie. Zij brachten van de volgende vaderpaarden:
Armbro Goal: dekhengsten Défi d’Aunou, Cézio en Elio Josselyn.
Baltic Speed: dekhengst Extrême Aunou
Royal Prestige: dekhengsten Big Prestige, Buvetier d’Aunou en Cavalier d’Aunou en de merrie Ezira Josselyn
Speedy Crown: dekhengst Battling Joe en de merrie Une Crown
Speedy Somolli: dekhengst Tarras Boulba en de merries Unispeed, Autour d’Aunou, Beautiful Somolli en Daisy Chain.
Sharif di Jesolo: dekhengsten And Arifant, Biesolo en Capriccio, plus een aantal merries.
Napoletano: dekhengsten Emil Suède en Eclat de la Crau
Pershing: dekhengsten Blue Dream en Chenu, de goede merrie Berceuse d’Amour, plus enkele tientallen andere producten in Frankrijk

De drie laatstgenoemde vaderpaarden stonden in Europa gestationeerd, waren beter bereikbaar voor de Franse fokkers en kregen de meeste merries. Jean-Pierre Dubois stuurde zijn merries naar Amerika.
Deze injectie van Amerikaans bloed heeft de Franse fokkerij op topniveau gebracht en het meest hiervan geprofiteerd heeft de man die erin geloofde en die durfde te investeren: J-P Dubois.

Boven: De beeldschone Speedy Somolli was een 'early-speed-sire' en
hij heeft ook veel invloed in Frankrijk gekregen. Hij is de père-de-grandmère
van Love You, die juist niet de early-speed vererft.


Zweden
De Zweedse fokkerij is voor een belangrijk deel gestoeld op Amerikaanse dravers, maar regelmatig is Frans-Amerikaans bloed ingebracht. Hengsten als Big Lama, Pluvier III, Tibur, Atout du Moulin, Larabello, Pythagoras, Idéal du Gazeau en Juliano Star hebben er jaren gedekt.
Revenue is een zoon van Rêve d’Udon en Naglo een zoon van Coktail Jet. Europees recordhouder Commander Crow 1.08,9 is een zoon van Juliano Star. Victory Tilly’s père-de-mère heet Fakir du Vivier. Idéal du Gazeau is de vader van His Majesty en Lovely Godiva en tevens de père-de-mère van Gidde Palema. De pdm van Super Light is Ogorek. Triton Sund heeft een Franse père-de-grandmère: Oscar RL. Hilda Zonett en recente toppers als Joke Face en Wellino Boko komen direct uit Franse moeders. Enzovoorts. De Zweden vinden de Amerikaanse explosieve speed misschien wel van belang, maar willen vooral graag de Derby winnen en die is in Zweden voor 4-jarigen en gaat over 2.640 m. Vorig jaar werd deze koers gewonnen door een zoon van Jag de Bellouet, gevolgd door zoons van In Love with You, Viking Kronos en Coktail Jet. De père-de-mère van de vijfde geplaatste was Tenor de Baune. Het Kriterium 2011 werd gewonnen door een zoon van Orlando Vici. Dit geeft de Zweden te denken.
Ik heb de afstammingen van de meest winnende Zweedse fokproducten in 2011 bekeken. Bij de bovenste 10 is alleen Tamla Celeber 100 % Amerikaans gefokt. De andere 9 zijn of van een Frans-Amerikaanse vader of hebben een “Fransman” aan moeders zijde staan. Van de volgende 10 zijn er vijf zuiver Amerikaans gefokt, van de volgende 10 drie en van de volgende 10 ook drie Amerikaans. De twee Boko’s in de lijst, Yarrah en Amaru, zijn zoons van Coktail Jet uit Amerikaanse merries.
Nog een voorbeeld: Super Arnie is kampiooen 2011 bij de pères-de-mères geworden. Zijn 10 beste kleinkinderen hebben als vader Késaco Phédo, Scarlet Knight, Scarlet Knight, Love You, Jobie Temperst, Goetmals Wood, Ganymède, Juliano Star, Love You en Revenue. Slechts 3 vaders van deze 10 zijn zuivere Amerikanen.

Boven: Juliano Star dekte lang in Zweden en bracht daar o.a.
de Wereldtopper Commander Crow.
In Nederland is hij de vader van o.a. Derbywinnaar Uriah Boko.

Tibur
De Zweedse Fransman Tibur is een apart verhaal. Hij was een vos met een brede bles en heel goed gefokt als zoon van Fandango uit een dochter van Kairos. Hij was echter een middelmatig koerspaard met een vaak onregelmatige draf en kwam daardoor in 1971 niet door de Zweedse hengstenkeuring. Wel mocht hij enkele merries van zijn eigenaar dekken. Eén van zijn eerste producten was Mustard, een internationale crack, die zijn vader het volledige dekbrevet bezorgde. Tibur werd kampioen vaderpaard van 1985 t/m 1987 en daarna 3e en 2e. Bekende producten zijn Callit, Piper Cub, Lady Snart, Prince RS, Big Spender, Go Hammering en Ata Star L. Veel van zijn dochters werden uitstekende fokmerries. Tibur is de père-de-mère van Queen L, Pine Dust, Gazza Degato, Beanie MM, Columbian Necktie, Jolly Rocket, etc. En hij is de père-de-grandmère van Maharajah!

Boven: Tibur, geboren in 1963 en nog steeds van invloed.

Nederland
In ons land is, net als in Duitsland, al heel lang Frans bloed ingebracht. De meeste moederlijnen zijn Amerikaans van oorsprong, maar onze belangrijkste stammoeder is Tourterelle. Later kwamen ook andere Franse merries binnen en mooie voorbeelden zijn de in de jaren 60 geïmporteerde merries Kolo en Kreutzer, die ons binnen 2 generaties Kees Verkerk, Manza Buitenzorg, Duchesse Mac en Serge Buitenzorg gaven. Goede vaderpaarden waren o.a. Parisien, Premier Mars, Double Six M en Hairos II, die overigens een behoorlijk scheut Amerikaans bloed voerden. Maar er zijn in die jaren ook hele slechte Franse hengsten ingevoerd. Dat was in de tijd dat er nog geen KI en diepvries bestond. Nu kunnen we beschikken over de beste bloedlijnen ter wereld. De uitslagen van de koersen bekijkend viel me het afgelopen jaar op dat de nakomelingen van Franse hengsten het vooral goed deden op Duindigt. En paarden die op Duindigt in de hogere klasse kunnen winnen, zijn misschien ook goed genoeg voor een start op de Franse banen. Dat is wel een groot voordeel en kan een overweging zijn bij de keuze van een vaderpaard of van een fokmerrie. Bij Amerikaanse fokmerries is een scheutje Frans wel verstandig. Met dochters van een Franse hengst of merrie kun je weer heel goed naar een zuivere Amerikaan gaan. Het gaat om de goede mix. Het geluk kun je afdwingen. Kijk maar naar Dubois.

Italië
Het koerswezen in Italië lijkt op dat van de USA. De meeste koersen over 1.609 m en gericht op vroegrijpheid. In de fokkerij wordt nu het allerbeste bloed uit de USA gebruikt. In tegensteling tot in Noord-Amerka gaan de toppers echter in Italië door na hun derde jaar. Er zijn zeer belangrijke topnummers voor oudere paarden en de Italianen willen ook graag een graantje meepikken op Vincennes. Dat hebben we afgelopen winter gezien. In de fokkerij zijn in het verleden Franse dravers gebruikt, maar ook tegenwoordig zijn er Italianen, die graag wat Frans bloed inbrengen. Goede resultaten worden bereikt met Ganymède, die nu al 3 jaar achtereen zesde staat bij de vaderpaarden. Het belangrijkste Italiaanse vaderpaard ooit, Sharif di Jesolo, is een zoon van de Amerikaan Quick Song en de Franse merrie Odile de Sassy, wier vader en moeder beide van Kairos waren!  Een aantal van Sharif’s zoons werden goede vaderpaarden, met als uitblinker Lemon Dra, en Zebu is de père-de-mère van Varenne.

Boven: Sharif di Jesolo, zoon van de Amerikaan Quick Song en de Franse Odile de Sassy.
Door velen als het beste Europese vaderpaard van de XXe eeuw beschouwd.


Noord-Amerika
Door het Amerikaanse koerswezen, dat is gestoeld op mijlskoersen voor vroege 2- en 3-jarigen, is Frans bloed minder geschikt voor de Amerikaanse fokkerij. Maar er is één man, die daar niet van overtuigd is: Jean-Pierre Dubois. Hij heeft een dependance in Ontario en gebruikt Frans merriemateriaal met Amerikaanse dekhengsten. Nevadara, net als Nesmile een dochter van Caprior uit een van oorsprong Amerikaanse moederlijn met veel Volbloed, kreeg in Amerika enkele veulens. De oudste, Uneva JP (van Nicholas Hanover) werd Amerikaans geregistreerd en bleef recordloos. Zij is de grootmoeder van de bekende dekhengst Taurus Dream. Een andere Franse merrie, Quézira bleef nog 2 jaar na de sluiting van het Franse Stamboek in de USA en bracht daar in 1993 van Supergill de recordloze merrie Fill Josselyn, moeder van de recordloze Fill V, die al jaren dekt in Canada. Hij is een zoon van Vally Victory. Dubois heeft ook zijn dekhengst Kaisy Dream enkele jaren in Canada gestationeerd en zo zorgt deze Fransman toch voor de broodnodige verbreding van de Amerikaanse genenpool met het beste dat Frankrijk op dit gebied te bieden heeft: haar merries.

(einde artikel uit 2012)


Naschrift 2017, andere voorbeelden:

Zweden:
- In de laatste 20 Derby's waren slechts 4 winnaars voor de volle 100% Amerikaans. Ondanks dat het merendeel der fokmerries door Amerikaanse hengsten wordt gedekt, hadden 5 Derbywinnaars een Franse vader. Daarnaast hadden 7 winnaars een Franse père-de-mère, waarvan 3 keer Tibur, waarbij we eigenlijk nog moeten optellen Queen L, de Derby-winnares van 1990. Vier dochters van Tibur brachten een Derby-winnaar en tevens is hij de père-de-grandmère van Maharajah! Ongeëvenaard.

Noord-Amerika:
- Revenue (van Reve d'Udon) dekte een aantal jaren in de USA en bracht daar enkele dollar-miljonairs, waaronder Hambletonian-winnaar 2012, Market Share (winsom $ 3.750.000). Hij kreeg wel een minder soort merries te dekken dan bijv. Muscle Hill.
- De eerste heat van de Hambletonian van 2017 werd gewonnen door de hengst International Moni. In de Finale werd hij gehinderd, sprong daardoor weg en werd uitgeschakeld. Hij is het laatste product van Moni Maker, de meest winnende dravermerrie ooit. Gekruist met de beste Amerikaanse dekhengsten viel zij in de fokkerij wel wat tegen, maar met deze laatste zoon maakt zij alles goed. Toevallig is dit dan wel een zoon van de Fransman Love You!




terug naar het Nieuws


© Copyright Fokkersvereniging