Artikel gepubliceerd in het blad Draf&Rensport nr. 3 d.d. 17 januari 2013
door Jan Kraak (dierenarts, tevens voorzitter Stamboekcommissie en bestuurslid Fokkersver.)
De gedachten van de fokkers gaan weer uit naar het
onderwerp, hengstenkeuze. En hopelijk zien de fokkers
ook dat de toekomst er beter uitziet en besluiten zij
terecht om hun merries dit jaar wel te laten dekken.
De uiteindelijke keuze voor een bepaalde hengst is gebaseerd op een veelvoud van wensen en mogelijkheden.
Zoals: past de hengst qua gangen bij de merrie, kloppen
de karakterologische eigenschappen wel. Hoe vererft de
hengst, en dat geldt ook voor de merrie, wat betreft de
grootte en lengte. En niet onbelangrijk, wat past er bij mijn
portemonnee.
Iedere fokker heeft daarover zijn eigen idee en mening en
dat is juist het leuke aan de fokkerij.
Minstens zo belangrijk is echter hoe staat mijn merrie er
voor. Want iedere fokker ziet steeds weer met spanning uit
naar een goede hengstigheid, gevolgd door een positieve
uitslag bij de drachtigheidscontrole. Om de merrie in een
topconditie te krijgen zijn een aantal punten van belang.
Conditie
Een goede voedingsconditie houdt niet in dat een merrie
vet is. Integendeel. Merries die het vorig jaar gust gebleven zijn kunnen gemakkelijk iets te vet geworden zijn. Zo
ook de merries die fijnstengelig, jonge kuil of hooi gehad
hebben. Merries met een te royale voedingstoestand
worden slecht en onregelmatig hengstig en zijn dientengevolge moeilijk drachtig te krijgen. En vroeg in het
voorjaar is dat sowieso al een probleem. Op rantsoen
zetten is dan nodig, maar het duurt de nodige maanden
voor de merrie haar overbodige reserves kwijt is. Als ze
dan weer wat bijgevoerd wordt werkt dat gunstig op de
eierstokken. Merries kunnen ook te mager zijn. Ook dat is
niet goed, maar is door brokken bij te voeren in een paar
maanden te verhelpen. We geven 1 à 2 kg afhankelijk van de
conditie. Heeft de merrie voornamelijk grofstengelig hooi
gehad dan is voeren van een speciaal brok voor fokmerries
aan te raden voor de nodige energie en in verband met de
juiste Calcium/fosforverhouding.
Welzijn
Voor goed werkende geslachtsorganen moet het welzijnsniveau van de merrie goed zijn. Ze moet gezond zijn, op
tijd gevaccineerd zijn en vrij van worminfecties. Veel
beweging is daarnaast van groot belang. Als kuddedier
heeft ze sociale contacten met soortgenoten nodig. Zowel
op stal als tijdens de dagelijks noodzakelijke weidegang.
De stal moet ruim, fris en voldoende verlicht zijn. De
eierstokken worden in het voorjaar actief als de temperaturen omhoog gaan en de dagen langer worden. Door de
stal goed te verlichten van 's morgens vroeg tot in de
avond kunnen we de natuur een handje helpen. Ook de
aanwezigheid van een hengst kan stimulerend werken.
Als dit allemaal in orde is kan de fokker met een gerust
hart zijn merrie naar het dekstation brengen en hoeft het
verblijf daar niet onnodig lang te duren. En dan... in blijde
spanning afwachten.
Veel succes.
Jan Kraak
© Copyright Fokkersvereniging 2013