door Hans Huiberts, voorzitter van de Fokkersvereniging
zomer 2013
Inleiding
Enkele weken geleden kwam de jaarlijkse Fokkerij-Special uit
van het weekblad Hoefslag. Er staat een artikel in over "De lege zakken van de fokker in de KWPN-fokkerij". Er wordt een warm pleidooi gehouden voor fokpremies in de ruitersport, analoog aan wat gebruikelijk is in de draf- en rensport. Af en toe kijkt men blijkbaar toch met jaloerse blikken naar onze sport. Bij ons is het zo slecht nog niet en de fokpremies zijn een zegen voor onze fokkerij. Niet alleen vanwege het geldelijk gewin, ook voor het plezier. Fokpremies maken de draverfokkerij zoveel aantrekkelijker: elke keer als jouw fokproduct meedoet aan een koers, doe jij als fokker ook mee in de verdeling van de fokpremies. Dat is telkens weer spannend. De fokker wordt ook altijd in het koersprogramma vermeld. Hij is de enige vaste persoon in het gevolg van een draver: Het paard kan van eigenaar veranderen, naar een andere trainer gaan, door een andere pikeur worden gereden, maar zijn fokker blijft eeuwig dezelfde.
Fokpremies in de Draf- en rensport
Al ruim 65 jaar worden er fokpremies uitgekeerd in de draf- en rensport in Nederland. Ter stimulering van de fokkerij krijgt een fokker 10 % van de door zijn fokproducten gewonnen prijzen uitgekeerd. Dat kan soms aardig oplopen, bijv. bij de Derby, als de eerste prijs 50.000 Euro bedraagt. In de Fokkers Trofee bedraagt de eerste prijs ongeveer de helft, maar is de fokpremie het dubbele: 20 %!
Kassa voor de fokker. Als jouw fokproduct deze beide koersen wint krijg je automatisch 10.000 Euro fokpremie op jouw rekening gestort. Maar ook via andere koersen kan de winsom van een harddraver en daarmee de gewonnen fokpremies aardig oplopen.
Fokpremies in het buitenland
In andere Europese landen worden ook fokpremies uitgekeerd, meestal 10 %. In Frankrijk, waar de prijzengelden zeer hoog zijn (meestal ergens tussen de 5.000 en 120.000 Euro voor de eigenaar van het winnende paard), bedraagt
de fokpremie zelfs 13 %.
Fokpremies over de grens
Algemeen geldt in Europa dat landen alleen fokpremies uitkeren aan fokkers van inlandse paarden, dus paarden die in het eigen Stamboek staan geregistreerd. De eigen fokkerij moet worden gestimuleerd en beschermd, vindt men.
De draf en rensport wordt echter steeds internationaler en paarden starten steeds vaker in het buitenland. Als een Nederlands fokproduct in Duitsland een prijs wint, krijgt zijn fokker geen fokpremie. En omgekeerd, als een Duits fokproduct in Nederland een koers wint, krijgt zijn fokker niets en schuiven de fokpremies door, d.w.z. als het tweede aankomende paard een Nederlands fokproduct is, krijgt zijn fokker 10 % van de eerste prijs in plaats van de tweede prijs. Op zich een logische gedachte, maar we moeten zo langzamerhand veel internationaler gaan denken. De grenzen vervagen en we worden steeds meer één Europa. Bijna alle landen kampen met teruglopende aantallen van veulenregistraties, waardoor we de handen ineen moeten slaan: we moeten streven naar overal fokpremies voor alle fokkers, ook over de grens. Dat zal met de IBAN-nummering in de toekomst een stuk gemakkelijker worden, maar of alle landen daarvoor voelen is maar de vraag. Dit zal nog wel een tijd duren en zo lang kunnen wij niet wachten.
Dubbele nationaliteiten
Veel Nederlandse trainers starten met hun paarden in Duitsland en met onze toppaarden wijken ze uit naar Zweden en Frankrijk. Dat geen fokpremies worden uitgekeerd als onze paarden daar prijzen winnen, is de fokkers een doorn in het oog. Sommige zetten hun fokmerries daarom in het Duitse of Zweedse Stamboek. In ons land worden steeds minder draverveulens geregistreerd.
Het Bestuur van de Fokkersvereniging is daarom op zoek naar mogelijkheden om met organisaties van andere landen overeenkomsten te sluiten, waardoor paarden in twee of meer landen fokpremies kunnen verdienen. Dat zou al een grote verbetering zijn, die stimulerend zal werken.
Frankrijk is al begonnen
De Fransen beschouwen hun dravers als behorend tot een apart ras. Het stamboek is daarom gesloten en voor hun draverfokkerij gelden bijzondere, beperkende regels, omdat zij hun voorspoed (ten gevolge van de fantastische wed-omzetten) in stand willen houden en bovendien willen voorkomen dat er wildgroei ontstaat. Ook willen ze een grotere afzetmarkt voor hun dravers en in heel Europa wordt het Franse draverras gepromoot. Zo kunnen in het buitenland geboren
en geregistreerde draverveulens een Franse inlanderstatus krijgen als ze aan bepaalde voorwaarden voldoen. In januari 2013 de twee eerste Nederlandse TF-veulens geregistreerd, waarbij TF staat voor Trotteur Français (= Franse Draver). Ze staan in het Nederlandse Draverstamboek, kunnen voor de Nederlandse Klassieke koersen worden ingeschreven en krijgen later fokpremies als ze zich hier in de prijzen lopen. Behorend tot het Franse Draverras kunnen ze ook in Frankrijk deelnemen aan de Klassieke koersen en hun fokkers krijgen fokpremies over in Frankrijk gewonnen prijzen. Dat is dubbel-op. We noemen het dubbele nationaliteit, alhoewel het paard maar één paspoort heeft. Het is een Franse draver met een buitenlands paspoort.
Duitsland
Vanwege de nabijheid van de Duitse drafbanen en de vele startmogelijkheden, gaat een aantal Nederlandse trainers veelvuldig met hun Duitse en Nederlandse paarden de grens over om te koersen. Logisch, want zij moeten geld verdienen en de belangen van de eigenaren van hun paarden zo goed mogelijk behartigen.
Er zijn ook veel Nederlandse fokkers, die geheel of gedeeltelijk Duitse dravers fokken. Qua drafsport en fokkerij is ons land het meest verbonden met Duitsland. Als we het hebben over de dubbele nationaliteit is de Duits-Nederlandse de meest voor de hand liggende en heeft deze ook de hoogste prioriteit. Er is al overleg geweest tussen NDR en HVT, maar dat zijn trage processen en onze oosterburen zijn nog niet zo geïnteresseerd. Misschien moeten we eerst met België om de tafel.
Voor de huidige stand van zaken met de fokpremies in het buitenland: click HIER
© Copyright Fokkersvereniging