Hoe erfelijk is OCD?

Allereerst beantwoording van de vraag: Wat is OCD?
OCD staat voor osteochondrosis dissecans (osteo = been, chondro = kraakbeen, dissecans = loskomen). OCD is een ontwikkelingsstoornis in het bot bij opgroeiende veulens, waarbij stukken bot en kraakbeen in het gewricht loskomen. OCD ontwikkelt zich tussen de leeftijd van drie tot achttien maanden. Bij warmbloedpaarden komt het meest OCD voor in het spronggewricht, kniegewricht en kogelgewricht. Het probleem ontstaat tijdens de verbening van kraakbeen naar been, tijdens de groei van het bot. Daarbij komen stukjes kraakbeen of bot en kraakbeen los in het gewricht. Die losse fragmenten veroorzaken irritatie in het gewricht, waardoor zwelling ontstaat. Evengoed kan het fragment nauw verbonden zijn met het been en ondervindt het paard geen enkele hinder. Indien het kraakbeen beschadigd raakt, zal naast zwelling van het gewricht ook een stijve beweging zichtbaar zijn. Minder belasten van het gewricht, minder presteren en kreupelheid zijn eveneens mogelijke complicaties bij niet tijdig behandelen. Jonge paarden zullen niet altijd kreupelen, zelfs niet bij een gezwollen gewricht. Indien evenwel het OCD-fragment losraakt, zal snel zware beschadiging met artrosevorming en manken ontstaan.



Boven: De Belgische paardenarts/wetenschapper Leo de Backer

"De Fokkerij raakt OCD-vrij"

Artikel uit het Fokkerijnummer van DE HOEFSLAG nr. 10 van 9 maart 2006
auteur Kris van Loo interviewt wetenschapper Leo de Backer
over de erfelijkheidsfactor van OCD

Na het gesprek met Leo De Backer rijst de vraag of zijn betoog mag worden samengevat in de oneliner: over tien jaar is de (springpaarden-)fokkerij OCD-vrij. `Mmm, dat zou een straffe titel zijn', mijmert De Backer. Dan antwoordt hij resoluut: `Ja, zo mag je het stellen... of toch over maximum vijftien jaar?'

"OCD is zeker geen modeverschijnsel", repliceert De Backer. "Bekijk de problematiek in het juiste tijdsbestek. Wij zijn de eerste generatie dierenartsen die met mobiele radiografie werkt. Voordien kon radiografie enkel in klinieken. Probleem nummer een dat we bij sportpaarden vaststelden, was hoefkatrol. We namen ter plaatse foto's en stelden toen ook OCD vast, al was dat eerder zeldzaam. In mijn beginperiode, zo'n twintig jaar geleden, behandelde ik naast springpaarden ook renpaarden. Daar kwam OCD frequenter voor. Bij volbloeden was OCD een veel groter probleem dan hoefkatrol. Hoefkatrol manifesteert zich voornamelijk vanaf vier jaar. Op een leeftijd van zes, zeven jaar is de carričre van een volbloed al voorbij. Hoefkatrol was daardoor minder relevant. Volbloeden worden op veel jongere leeftijd aan het werk gezet. Het is wetenschappelijk moeilijk te bewijzen, maar het is mijn overtuiging dat OCD in springpaarden is geslopen door inbreng van volbloed in de warmbloedfokkerij. Op een tijdsbalk kun je die parallel zeker trekken. OCD is vandaag de dag een groter probleem dan hoefkatrol, dat door outcross sterk is teruggedrongen.'

Zelfde locatie
Het vermoeden rees dat OCD vererft. Statistisch kon het al aangehaald worden. Leon Melchior van Zangersheide - een trendsetter in de fokkerij - zag iets in dat vermoeden en maakte fondsen vrij voor een wetenschappelijk onderzoek naar de erfelijkheid van OCD. Dat gebeurde zo'n tien jaar geleden (dus in 1996). Aanvankelijk was het moeilijk een lijn te trekken. Tot Leo De Backer thuis achter zijn bureau voor de lol de paarden ging onderbrengen volgens de locaties van OCD's. `Ik noteerde alle paarden van Zangersheide uit dezelfde familie met een chip rechtsvoor in de kogel en alle paarden met een chip rechtsachter in de sprong. Ik kwam tot de onthutsende ontdekking dat bij alle antecedenten op exact dezelfde locatie OCD voorkwam. Wat bleek? Niet enkel OCD, maar ook de locatie van OCD was erfelijk. Met medewerking van het Nederlands laboratorium Van Haeringen werd vervolgens DNA-onderzoek gestart. Er werden twee markers gevonden die wijzen op de erfelijke aanwezigheid van OCD.'

Recessief
Voor De Backer staat het als een paal boven water dat OCD genetisch bepaald wordt. De volgende stap is bloedonderzoek dat aan de hand van een DNA-test aantoont of een paard OCD heeft. `Een positieve evolutie', zo vindt De Backer. `Als we in de toekomst door een bloedtest kunnen aantonen of een paard al dan niet OCD heeft, kunnen we exactere informatie geven aan de fokkers. Als je over die informatie beschikt, kun je via outcross OCD wegfokken. Een hengst met OCD wordt op dit moment door verscheidene stamboeken per definitie afgekeurd. Als je over het volledig DNA-profiel beschikt, kun je fokkers inlichten. Zij zullen enkel fokken met merries die OCD-vrij zijn. Die politiek van openheid willen we bij Zangersheide voeren. Dan kan er selectief gekruist worden en verdwijnt OCD op termijn. Je moet weten dat OCD altijd vererft. Maar we hebben het vermoeden - en ik onderstreep dat het nog niet wetenschappelijk is vastgesteld - dat OCD autosomaal recessief vererft. Dat wil zeggen dat zowel hengst als merrie het gen in zich moeten dragen om te vererven. Indien omgekeerd een hengst OCD heeft en de merrie niet, betekent dit dat het veulen geen OCD-lijder is. Het veulen zal wel drager zijn, maar geen lijder. Als dat veulen later opnieuw in de fokkerij gaat en paart met een OCD-vrij paard, zullen de nakomelingen over de hele lijn OCD vrij zijn.'
Aangezien de bloedtest nog niet op de markt is, beroepen dierenartsen zich vooralsnog op een radiografisch onderzoek. In hoeverre is de actuele OCD-test betrouwbaar? `Het geeft een vrij goed beeld, al is die test niet honderd procent betrouwbaar. De meest voorkomende plaatsen van OCD zijn radiografisch vast te stellen. Er zijn inderdaad OCD's waargenomen in het schoudergewricht en nekwervels. Daarvan worden traditioneel geen foto's genomen. Een bloedtest kan wel uitsluitsel geven en binnen vijf jaar is die bloedtest op de markt. Dan kunnen fokkers bewust OCD wegfokken en dat is de finale doelstelling."

OCD-like
Iedereen is het over eens dat OCD genetisch bepaald is, maar zijn er geen andere factoren die OCD kunnen veroorzaken? Leo De Backer is formeel: "Er ontstaat geen enkel OCD-letsel zonder genetische basis! Beweging, voeding, noem maar op, het speelt daarin geen rol. Alle onderzoeken over heel de wereld tonen aan dat in de ontwikkeling van een paard vele stadia van `OCD-like' kunnen ontstaan! Toegegeven, er kan inderdaad dergelijk letsel ontstaan door trauma, al zal een geoefend oog van een veearts het verschil zien tussen een chip en een kleine fractuur. Het kan gebeuren dat door interpretatie een hengst wordt afgekeurd, al is dat een verwaarloosbaar percentage. Voeding kan geen doorslaggevende rol spelen. Laat je dus niet beďnvloeden door de commercie van voederfabrikanten, want dat is boerenbedrog. OCD-like wordt in een wetenschappelijk onderzoek omschreven als remodeling: in de ontwikkeling van paarden groeien stukken bot aan elkaar. Daarom nemen we geen foto's van paarden jonger dan achttien maanden. Als we nadien bij een tweejarige een chip vaststellen, kun je er vanuit gaan dat die er heel zijn leven zal blijven. Als we omgekeerd op die leeftijd geen chip ontdekken, zal hij er ook geen meer krijgen. Stel dat beweging en voeding toch een rol zouden spelen, dat zouden we ervan uitgaan dat OCD ook op latere leeftijd kan voorkomen en dat is nooit het geval."

Malafide optie
Volgens Leo De Backer is er geen relatie tussen gezondheid en kwaliteit wat OCD betreft: "Er zijn paarden met veel kwaliteit met ernstige OCD-letsels en paarden zonder OCD die niet eens over een tafel kunnen springen. Geef mij dan maar dat paard met kwaliteit, die OCD neem ik er graag bij. Vanuit dat standpunt weten we bijvoorbeeld dat een OCD in een spronggewricht grotere gevolgen kan hebben voor de sportieve carričre dan een OCD in een kogelgewricht. De locatie heeft invloed op de prestatie."

Is OCD niet overroepen?
Via artroscopie is de OCD-chip zo verwijderd en verholpen. "Tja, dat is een logische manier van denken, alleen is dat een totaal verkeerde inschatting van het probleem. Het is veel meer dan een chip die je moet vastnemen en verwijderen. In veel gevallen zien we meerdere diffuse kraakbeenbeschadigingen in het gewrichtsvlak die ook na de operatie achterblijven en die mede verantwoordelijk kunnen zijn voor verminderde sportprestaties. Ik denk omgekeerd niet dat sportprestaties aanmerkelijk toenemen na het weghalen van het losse fragment. Het probleem is optisch en radiografisch weg, maar dat geldt niet voor de sportieve prestaties.
Het is een malafide optie die hengstenhouders wel eens aangrijpen om hun hengst alsnog door de keuring te krijgen. Met de nieuwste technologie kun je het herkennen hoor, al bestaat die techniek nog maar drie jaar."

Met die stelling pleit Leo De Backer voor omzichtigheid als het een operatieve verwijdering van OCD betreft. "Er zijn veel paarden die ondanks hun afwijkende gang toch voldoende bruikbaar zijn voor de sport. Zolang er geen hinderlijke kreupelheid ontstaat, zou ik nooit opereren. Een ingreep in een gewricht blijft een risico. Als een tweejarige met OCD correct loopt, zal hij in zijn verdere loopbaan ook correct blijven lopen. Vergeet niet dat er ondersteunende, weliswaar symptomatische behandelingen zijn voor dergelijke paarden. Ik ben van mening dat mensen veel te licht denken over die ingrepen. Dat geldt zelfs voor injecties. Inspuitingen in een gewricht is geen routineklus, dat blijft een risico. En ik kan het weten, ik heb heel wat paarden behandeld."

Volledig inlichten
Zangersheide gaat er prat op dat hun hengsten OCD-vrij zijn, tenzij anders vermeld. Nu zijn er collega-dierenartsen die dat een utopie vinden. `Zolang we geen bloedtest hebben die honderd procent uitsluitsel biedt, moeten we ons beroepen op radiografie. Dan blijft het inderdaad een utopie. Z-hengsten zijn op basis van de foto's OCD-vrij. Sommige stamboeken, - ik ga geen namen noemen - nemen ook foto's, maar beperken zich tot de sprong en de knie, de kogels nemen ze niet mee. Belachelijk, alsof je bij een kankeronderzoek naar de lever enkel de linkerkwab in acht neemt en niet naar de rechterkwab kijkt. We pleiten voor meer openheid naar de fokkers toe. Het valt op dat er nog steeds geheimzinnigheid gecreëerd wordt in de paardenwereld.

In de rensport is het taboe al lang doorbroken. Als hengstenhouder verkoop je een product: sperma. Dan is het toch klaar dat je de fokker volledig inlicht. We moeten er naartoe dat die informatie bij de hengstenhouders ter beschikking is. Zangersheide is wat dat betreft trendsetter. Andere stamboeken volgen mondjesmaat, al zijn er nog te veel die hun eigen hengstenbestand op een verkeerde manier beschermen. BWP volgt Zangersheide en ik denk dat het KWPN nu ook alle noodzakelijke foto's laat nemen. Het is een misverstand te denken dat hengsten hun baan verliezen door de OCD-problematiek. Het tegendeel is waar. Vandaag wordt een hengst met OCD op basis van radiografie altijd afgekeurd. Met het juiste DNA-profiel kunnen we hengsten met OCD wel gebruiken in de fokkerij, als de merrie genetisch OCD-vrij is. OCD kun je wegkruisen, een positief verhaal dus!"

Toekomstige problemen
Vroeger was hoefkatrol een hot item, vandaag is OCD het gespreksonderwerp. Wat wordt het volgende probleem? "Er zijn nog tal van problemen hoor, al zijn die niet zo bekend. In de toekomst zal de wetenschap zich buigen over cysteuze veranderingen. Het gaat over cystes of opklaringzones in het been waar geen kalk meer komt. Vergelijk het met holtes in het been. Bij mensen veroorzaakt dat intense pijnen, daar is het probleem al gekend. Bij paarden duikt dit fenomeen nu op, omdat we het nu pas kunnen herkennen via de nieuwste technieken van medische beeldvorming zoals MRI. Cystes veroorzaken quasi altijd kreupelheid. Na OCD wacht ons dus een nieuwe uitdaging. We worden zeker niet werkeloos. Met de verbetering van de diagnoseapparatuur zullen er evenredig nieuwe problemen opduiken. Alle problemen die nu de kop opsteken, hebben altijd al bestaan. Het verschil is dat we het nu pas kunnen ontdekken."

(einde artikel uit De Hoefslag nr.10-2006)


Wat is de stand van zaken anno 2023?


terug naar de artikelen

terug naar het Nieuws

© Copyright Fokkersvereniging