De stamvader van al onze draverkampioenen
Artikel, gepubliceerd in de Breeders Special 2009 van het weekblad Draf&Rensport nr. 10, d.d. 5 maart 2009
geschreven door Hans Huiberts
Rusland had zijn Peter de Grote, een verlichte vorst, die veel voor zijn land heeft betekend. Ook de USA heeft zijn Peter de Grote gehad, wiens invloed tegenwoordig nog merkbaar is. Dat was echter geen tsaar, maar vorstelijk paard, een harddraver om precies te zijn. Honderd en veertien jaar geleden, in 1895, werd Peter the Great geboren in Michigan (USA) en zonder die gebeurtenis zou het mondiale draverras er nu heel anders hebben uitgezien. Bijna alle Amerikaans gefokte dravers stammen in de rechte vaderlijn van hem af. Ook veel Franse en Russische dravers stammen van deze dravervorst af. In elke moderne stamboom komt hij tientallen malen voor. We hebben dus heel wat aan Peter the Great te danken, maar kennen hem eigenlijk niet goed. Was hij zelf een goed koerspaard? De hoogste tijd voor zijn levensverhaal.
Moeder Santos
We beginnen dit verhaal waar Durk Minkema in zijn artikel "Van Alkemade tot Alkema" in dit blad eindigt: bij de in 1887 geboren Amerikaanse merrie Santos, de stammoeder van Klarinette en de bekende Alki-paarden.
De rijke spoorwegmagnaat Daniel Streeter uit Kalamazoo (Michigan) had deze fokmerrie in zijn bezit. Haar vader Grand Sentinel had een voor die tijd redelijk record van 2.27 (km tijd 1.31), was een kleinzoon van Hambletonian 10 en zijn moeder was een volbloed. Zoals Minkema al heeft uitgelegd had Santos een wat duistere afstamming van moeders kant. Ze was een zuster van enkele goede harddravers en bleek een uitstekende fokmerrie te zijn. Zij bracht o.a. de goede hengst J. Malcolm Forbes (van Bingen), die later een uitstekend vaderpaard werd.
Van Santos is in de USA qua moederlijn niets overgebleven. Er loopt nog wel een weinig belangrijke tak naar Zweden en een springlevende tak naar Nederland, en wel via de Duitse importmerrie Klarinette, waarvan o.a. afstammen Diogen, Oscar Baker, Concorde en de Alki's: Nozem Alki, Dame Alki, Inez Alki, etc.
Santos, de moeder van Peter the Great
Peter the Great
In 1894 werd Santos gedekt door een van de betere dekhengsten uit die tijd, de recordloze Pilot Medium (ook een kleinzoon van Hambletonian 10) en een jaar later werd een mooi bruin hengstveulen geboren. Zijn fokker noemde hem Peter the Great naar de beroemde Russische tsaar en tegelijk als eerbetoon aan Peter V. Johnston, de man die gedurende vele jaren de paarden van Streeter had getraind. Toen het jaarling moest worden beleerd, vroeg Streeter aan zijn oude trainer of hij dat nog wilde doen. De man aarzelde, maar deed het uiteindelijk toch, misschien wel vanwege de naam van het jonge paard, en in de herfst kreeg de Peter the Great zijn eerste draflessen. In 4 weken was hij goed beleerd en daarna kwam de jonge hengst de hele winter niet meer voor de kar.
Peter the Pacer
Toen de trainer in de lente de draad met de nu tweejarige Peter weer oppakte, bleek al gauw dat het paard een sterke aanleg tot pacen had, maar zowel trainer als eigenaar wilden een draver, dus moest er gewicht aan zijn benen worden gehangen om het draversvak te leren: zware hoefijzers, loodringen en teengewichten. In juni kon hij nog geen km.-tijd van 1:50 lopen, zelfs niet over een paar honderd meter en Streeter zei dat hij ermee zou stoppen als het paard binnen 1 maand geen 1:40 kon tonen. De beide Peters schrokken hier blijkbaar van en er kwam progressie. Het paard toonde kwaliteiten, maar werd in augustus ziek en kon een maand lang niet worden getraind. Daarna was de hengst helemaal vergeten hoe hij moest draven, maar toen hem dat weer geleerd was, ging hij zo hard vooruit, dat zijn trainer begon te geloven dat hij iets heel speciaals in handen had. In november werd de hengst naar Lexington vervoerd om er te starten in de klassieke Junior Kentucky Futurity voor 2-jarigen. Winnaar werd de in dat jaar ongeslagen kampioenmerrie Janie T, maar Peter the Great werd tweede in beide heats en liep slechts enkele seconden boven het wereldrecord. Het was een sensationeel debuut en zowel paard als trainer werden geroemd om hun klasse. Hierna ging de hengst op winterrust.
Voorpaginanieuws
Peter groeide uit tot een mooie elegante draver. Aan zijn ramshoofd was echter niet te zien dat hij een behoorlijke scheut Engels volbloed in zijn pedigree had. Toen Johnston in de lente van 1898 zijn oogappel weer sneller begon te werken, ontdekte hij dat het paard, net als in het jaar daarvoor, niet meer kon harddraven. Hij was niet in balans te krijgen en als het sneller moest kroop hij in de pace. Pas tegen de herfst begon het erop te lijken en Peter the Great maakte zijn eerste en enige start als driejarige in de Kentucky Futurity, de belangrijkste koers voor driejarige dravers in die tijd. Zijn tegenstanders hadden de hele zomer gekoerst, waren scherp en in topconditie, maar zij waren niet bestand tegen wat er die dag zou gebeuren. Peter the Great won de eerste twee heats over 1609 m gemakkelijk, maar wat hij in de derde heat liet zien grensde aan het onmogelijke. Hij won met 20 lengtes, ondanks dat hij op het laatste stuk niet eens meer voluit hoefde te gaan en liep een tijd van 2.12,5 (km tijd 1.22,3), een koersrecord. Men vond hem toen de beste driejarige ooit en dat was voorpagina-nieuws.
Boven: Peter the Great wint de tweede heat van de Kentucky Futurity.
Boven: Peter the Great en trainer/pikeur Peter Johnston
na de derde heat van de Kentucky Futurity.
Door al dat gewicht aan zijn voorhoeven moest
de hengst elbow-boots dragen.
Boven: Peter the Great had een fantastisch exterieur voor een draver.
Boven: Peter the Great op latere leeftijd.
Boven: Peter the Great werd verschillende keren geschilderd.
Dat gebeurt met beroemde paarden.
Verkocht
Na de race ontmoette eigenaar Streeter in de trein op weg naar huis de rijke ondernemer J. Malcolm Forbes, die hem zei dat hij zo onder de indruk was van het paard dat hij hem koste wat kost wilde kopen en dat Streeter maar eens over een prijs moest nadenken. Korte tijd later werd de hengst verkocht voor $ 20.000, in die tijd een ongekend bedrag voor een paard. Kort na aankomst op Forbes' stoeterij dekte Peter the Great een selecte groep fokmerries. Het was toen heel gebruikelijk om goede hengsten in het voorjaar te gebruiken als dekhengst en de rest van het jaar als koerspaard.
Als vierjarige was Peter the Great in de koers wisselvallig. Als hij zijn dag had liep hij de sterren van de hemel en als hij uit vorm was kon hij helemaal niets. Hij verbeterde in dat jaar zijn record tot 2.07,2 (km tijd 1.19,1).
Versleten
Als vijfjarige kreeg hij in de training problemen met zijn benen en ook het jaar daarop, na een half jaar rust, kreeg men hem niet meer goed. Het was teveel geweest, de crack was versleten. Wel gebruikte zijn eigenaar hem als tuigpaard. Zoals toen gebruikelijk spanden de rijkelui hun beste paarden op zondag voor de koets om ermee te pronken als ze naar de kerk gingen of in het park een ritje gingen maken. Auto's waren er rond de eeuwwisseling nog nauwelijks. Op een dag gleed Peter the Great uit en viel met kar en al om, voor het oog van veel toeschouwers. En dat deed de deur dicht: Forbes was voorgoed op zijn hengst uitgekeken. Hij werd achter in de stal geplaatst en zijn baas keek niet meer naar hem om.
Weer verkocht
Enkele jaren later kwamen zijn eerste produkten in de baan en zijn dochter Sadie Mac won als driejarige de Kentucky Futurity en enkele andere grote koersen. In plaats van te erkennen dat zij een bewijs was van de kwaliteiten haar vader, dacht Forbes dat het een toevalsproduct was en dat de tijd nu rijp was om zijn dekhengst te verkopen. Op de veiling waren aanvankelijk twee bieders in de strijd om het eigenaarschap van Peter the Great: zijn fokker Streeter en de eigenaar van Sadie Mac. Bij een bod van $ 2.500 kwam er plotseling een derde bieder bij en aan hem werd de hengst uiteindelijk verkocht voor $ 5.000. Koper was Peter Duryea, mede-eigenaar van de Patchen Wilkes Farm. Zijn partner W.E.D. Stokes was razend dat hij zoveel geld had betaald voor een afgedankte dekhengst, waarop Duryea zei dat hij het paard naar zijn landgoed in Engeland zou sturen. Maar zover kwam het gelukkig niet: de heren legden hun conflict bij en Peter the Great kwam op hun stoeterij in Kentucky ter dekking te staan voor een dekgeld van $ 100.
Topvaderpaard
In de volgende 20 jaar toonde Peter zich echt de Grote door zijn rivalen te overklassen zowel in aantal veulens als met de kwaliteit ervan. Er zijn geen statistieken bijgehouden over de aantallen nakomelingen, maar er moeten jaarlijks meer dan 100 merries door hem gedekt zijn. Deze aantallen, gecombineerd met de twijfelachtige reputatie van eigenaar Stokes, waren de oorzaak van talloze praatjes en twijfels over het echte vaderschap van Peter the Great van sommige paarden. Stokes zou stiekem ook ander dekhengsten gebruikt hebben. Feit was wel dat de man van zijn administratie een janboel had gemaakt en maar zelden op zijn stoeterij te vinden was geweest.
Ondanks zijn immense populariteit en internationale aanzien werd Peter the Great langzamerhand slachtoffer van de chaos op de stoeterij. Hij kreeg minder merries en bezoekers ergerden zich aan de slechte conditie van het paard. Alleen op zijn uiterlijk beoordeeld zou hij toen niet meer dan $ 50 hebben opgebracht.
Weer verkocht
In 1916 werd de draverswereld echter verrast door het bericht dat Peter the Great was verkocht voor het gigantische bedrag van $ 50.000. Het verbaasde eigenlijk niemand dat Stokes hem had verkocht. De man werd met wantrouwen bekeken en bovendien had hij in Peter's zoon Peter Volo al een opvolger. Maar wie durfde er $ 50.000 voor een 21-jarige dekhengst te betalen?
De nieuwe eigenaar was de miljonair Fletcher en hij installeerde de hengst als een landheer op zijn bekende stoeterij The Laurel Hall Farm bij Indianapolis. Er was speciaal een bungalow voor hem gebouwd met daarin één grote box. Hier kon Peter the Great op een waardige manier alle bezoekers ontvangen, die jaarlijks van heinde en ver kwamen toegestroomd om de oude heer nog eens te zien.
Boven: Peter the Great voor zijn bungalow-stal op The Laurel Hall Farm.
Laatste keer voorpaginanieuws
Met het ouder vertoonde de hengst duidelijk zichtbare slijtage, mede door de zware dekdiensten, die hij jaar op jaar had moeten verrichten. Vooral zijn hakken waren niet om aan te zien. Maar toch kreeg hij nog dagelijks beweging voor de kar. Zo bleef Peter gezond en in conditie totdat hij in 1923 op 28-jarige leeftijd plotseling stierf. Opnieuw was Peter the Great voorpaginanieuws, maar nu voor de laatste maal. De kranten keken terug op zijn leven en op de geweldige stempel, die hij op het draverras had gedrukt. Hij vererfde dikwijls zijn loop op zijn kinderen en ze hadden veel gewicht en schoenen nodig, maar ze kregen ook de snelheid, de hardheid, het uithoudingsvermogen en het koerskarakter van hun vader mee. In de veilingcatalogi uit de eerste helft van de vorige eeuw wordt Peter the Great steevast aangeduid met "the World's greatest extreme speed Sire". Zijn kinderen blonken niet alleen uit in de koers, maar later ook in de fokkerij. Onder zijn zonen zaten veel goede vaderpaarden, maar ook via zijn dochters had hij een enorme invloed. Zijn dochters brachten o.a. Mr. McElwyn en Amerika's Paard van de 20-ste Eeuw Greyhound. Peter the Great was dus ook een uitmuntende Broodmare-sire oftewel Père-de-Mères.
Begraven
Na zijn dood werd Peter the Great begraven naast zijn stal op The Laurel Hall Farm en toen de stoeterij, vele jaren later, plaats moest maken voor een school en moest worden gesloopt, werden zijn resten inclusief de grafsteen verplaatst naar het plaatsje French Lick in Indiana. Daar kan men Peter the Great nog steeds met een bezoek eren. Jake Counselman was Peter's trouwe verzorger in zijn latere jaren en nadat deze man was gestorven werd zijn as op zijn verzoek uitgestrooid over het graf van zijn geliefde hengst. Zo bleven Peter en Jake voor altijd samen.
Peter the Great's betekenis voor het draverras werd bij zijn dood vergeleken met die van Shakespeare voor de literatuur en van Michelangelo voor de beeldende kunst. En dat geldt nog steeds. Zijn betekenis is de hele twintigste eeuw door merkbaar geweest, tot op de dag van vandaag.
Boven: De steen op het graf van Peter the Great.
Boven: Peter the Great en Jake Counselman, onafscheidelijk, ook na hun dood.
Bron:
levensverhaal en foto's van Peter the Great uit het Amerikaanse vakblad 'Hoof Beats', mei 1995
De dominantie van Peter the Great
In bovenstaande tijdtabel staan de vaderlijnen, die bij de tegenwoordige dekhengsten zijn te vinden. Links staan de decennia, dus de tijdgenoten staan op dezelfde regel. Uit deze tabel blijkt de geweldige dominantie van de Peter the Great-lijnen.
De belangrijkste Amerikaanse dekhengsten van dit moment komen via twee takken terug bij Peter the Great, nl. die van zijn zoons Peter Volo en Peter Scott. In Frankrijk loopt er nog een lijn via de importhengst Sam Williams. Verder naar rechts in de tabel zien we langzaam uitstervende lijnen van Axworthy, The Great McKinney, Fuschia en Quo Vadis.
Per lijn noemen we de belangrijkste vertegenwoordigers (vaderpaarden) van de laatste decennia.
Peter Volo
Peter Volo's zoon Volomite is de grootvader van Star's Pride. Diens invloedrijkste zoons zijn Super Bowl en Nevele Pride. Andere zoons of kleinzoons van Star's Pride zijn Bonefish, Supergill, Malabar Man, American Winner, Donato Hanover, Viking Kronos, SJ's Photo, Pershing, Diamond Way, Sea Cove, Arch Madness, Maharajah en Nuncio.
In Nederland: Star Performer, Manza Buitenzorg, Passing Renka, Venividivici Joe, Virgill Boko, Amour d'Occagnes, etc.
En in Frankrijk: Florestan, Granit, Kimberland, Mickey Viking, Viking's Way, Jag de Bellouet, Ready Cash, Timoko, etc.
Volomite was ook vader van Victory Song en via diens zoon Noble Victory komen we bij Garland Lobell (the Hall-brothers), Balanced Image, Mack Lobell en het Italiaanse supervaderpaard Sharif di Iesolo (Lemon Dra, Indro Park, And Arifant, Biesolo, Capriccio).
Peter Volo is tevens de overgrootvader van ons aller Heres.
Peter Scott
In de hoogtijdagen van Star's Pride leek de lijn van Peter Scott het onderspit te gaan delven. Tijdgenoot Rodney was zijn grote rivaal in de fokkerij. Diens kleinzoon Speedy Scott werd vader van niemand minder dan Speedy Crown en toen keerde het tij in de USA. Zo komen we bij:
Speedy Somolli, Varenne, Baltic Speed, Valley Victory, Muscles Yankee, Armbro Goal, Muscle Hill, Propulsion, Father Patrick, Abano As, etc.
In Nederland: Torpedo Fortuna, Coleman Lobell, Rule the Wind, Yankee Tornado, Keller Lobell, Uriah Boko, Clint W Boko, , etc.
En in Frankrijk: Workaholic, Carpe Diem, Cézio Josselyn, Buvetier d'Aunou, Défi d'Aunou, Extreme Aunou, Ganymede, Jardy, etc.
Sam Williams:
Deze lijn loopt ook via Peter Scott, maar hebben we apart geplaatst omdat hij alleen via Frankrijk loopt. De Peter Scott-zoon Sam Williams vestigde daar via zijn zoon Mousko Williams een belangrijke lijn en heeft dat vooral te danken aan het feit dat zijn nazaat (via Sabi Pas - Fakir du Vivier) Quouky Williams de Amerikaanse Dubois-merrie Armbro Glamour mocht dekken. Uit deze kruising kwam Coktail Jet voort en dan weet u genoeg: Love You, Look the Star, Yarrah Boko, Naglo, noem ze maar op. Ook Fakir du Vivier heeft een geweldige stempel gedrukt en is vader van o.a. Arnaqueur, Dahir de Prelon en Rainbow Runner. En via Korean overgrootvader van wereldrecordhouder Sebastian K
Axworthy
De lijn van Peter the Great's aartsrivaal in de fokkerij, Axworthy, is in de USA nu bijna uitgestorven. Sierra Kosmos is één van de laatste en hij heeft geen zoon van importantie. Ook in Europa is weinig meer van deze vaderlijn te vinden. In Zweden was Songcan een van de laatste vertegenwoordigers, in Denemarken Pay Dirt, in Duitsland Lord Pit en zijn nazaten en in Nederland hadden we Yellowa (via Quicksilver S) en Europa Ninetytwo (via Ossian) als laatste dekhengsten.
Frankrijk:
In Frankrijk lijkt niets opgewassen tegen het geweld van Peter the Great, via Peter Volo en Peter Scott (zie hierboven). Wat resteert is een oude Amerikaanse tak en twee oude Franse vaderlijnen. Dit zijn:
The Great McKinney:
Deze Amerikaanse hengst dekte in de jaren dertig o.a. drievoudig Prix d'Amérique-winnares Uranie en hun zoons Kairos en Ogaden hebben deze lijn voortgezet. Buffet II (Ultra Ducal, Grassano, Derby du Gite, Ladakh Jiel, etc) en Quadrophénio (Késaco Phedo, Orlando Vici, Robert Keeper, Un Mec d'Héripré) zijn de belangrijkste vertegenwoordigers.
Fuschia:
Via Fandango en Kerjacques is deze vaderlijn nog steeds belangrijk, zij het wat minder dan voorheen.
Uit Fandango komen o.a. voort Querido II, Lutin d'Isigny, Uno Atout, Gazouillis, Huxtable Hornline, Tibur, Ata Star L, Piper Cub en Spendic.
Uit Kerjacques komen o.a. voort Ejakval, Sancho Pança, Sebrazac, Eleazar, Chambon P, Jorky, Ténor de Baune, Sancho Pança, Général du Pommeau, Memphis du Rib, Reve d'Udon, Offshore Dream, Revenue en Market Share.
Quo Vadis:
Deze komt uit bij Jiosco, Minou du Donjon, Achille en Urfist de Prés.
Conclusie:
De dominantie van Peter the Great in de vaderlijnen lijkt definitief en onomkeerbaar. Echter, niets is zeker in de erfelijkheid. Het hangt van toevalligheden aan elkaar, dat heeft Darwin ons 150 jaar geleden al geleerd. Inmiddels weten we veel meer over de erfelijkheid. In tegenstelling tot het X-chromosoom, bevat het Y-chromosoom, dat van vader op zoon wordt doorgegeven, heel weinig belangrijke genen. Daardoor is de dominantie van Peter the Great via de vaderlijnen dus niet te verklaren, is de vaderlijnentabel eigenlijk slechts een plaatje zonder waarde en is titel "stamvader" een onbelangrijke toevalligheid. Genetisch gezien stelt het dus niet veel voor, maar gevoelsmatig ligt dat anders. Net als bij mensen krijgt een stamhouder/stamvader vaak een belangrijke rol toebedeeld.
Toch is er in de draverfokkerij meestal niet een vader-op-zoon verband te vinden. Succesvolle dekhengsten hebben vaak geen zoon als opvolger. In de fokkerij gaat het om het complete scala, waarin ook de moeders en de inteelt een zeer belangrijke rol spelen. Kijk bijvoorbeeld naar de moeder van Volomite, die een dochter was van een Volbloedmerrie, kijk naar Amour Angus, die met haar 4 zoons (the Hall-brothers) de Noble Victory-vaderlijn weer op de kaart zette. Kijk naar Coktail Jet, met zijn Amerikaanse moeder. Wat als Quadrophénio haar had gedekt i.p.v. zijn minder succesvolle jaargenoot Quouky Williams?
In een moderne stamboom komt Peter the Great tientallen malen voor en daar ligt mijns inziens het grote belang van deze fokkerij-icoon. Zijn bijzondere eigenschappen komen via ontelbare zoons en dochters langs vele lijnen terug in de koerspaarden van deze tijd. Zonder Peter the Great hadden we nu een heel ander draverras gehad. En vooral zo moeten wij op hem terugkijken.
terug naar de artikelen
terug naar overzicht Fokkersogen
terug naar het Nieuws
© Copyright Fokkersvereniging