Artikel gepubliceerd in het weekblad Draf&Rensport, nr. 2 van 2021.
Auteur: Jan Kraak (dierenarts)
Zichtbaar en onzichtbaar vliegt er van alles door de lucht. Het jaar 2020 zal ons bijblijven als het jaar waarin overal ter wereld 'corona' het gesprek van de dag was. Afstand houden, handen wassen en hoe we moeten ventileren? zijn voortdurend onderwerp van discussie.
Het Sars-Cov 2, minder officieel Covid 19 genoemd, is het virus dat de mensheid in zijn greep heeft. Tot dezelfde familie behoort
ook het coronavirus dat bij paarden voorkomt en dat Equine Corona Virus, ECoV, genoemd wordt, maar dat gelukkig niet besmettelijk is voor mensen. Als veroorzaker van ziekte bij paarden kennen we dit virus zelfs al langer dan Covid 19. Dit virus is absoluut diersoortspecifiek en voor paarden erg besmettelijk, maar kan geen andere dieren of mensen besmetten.
In veel landen, verspreid over de wereld, is uit bloedonderzoek gebleken dat veel monsters positief zijn. Ook van paarden die geen ziekteverschijnselen gehad hebben. Om de, weliswaar sporadisch voorkomende, coronabesmettingen bij paarden aan te tonen werden
door de Gezondheidsdienst voor Dieren in Deventer testen aangeboden om coronavirusinfecties bij paarden te diagnosticeren. In bloed of mest kan het ECoV aangetoond worden. In tegenstelling tot corona infecties bij mensen vindt geen besmetting plaats via de lucht. Paarden kunnen besmet worden wanneer ze in aanraking komen met mest van besmette paarden of met voorwerpen, als mestvorken, voerbakken of kleding waaraan mest van besmette paarden zit.
Ziekteverschijnselen
Deze doen zich voornamelijk voor bij veulens, maar ook volwassen paarden kunnen ziek worden. De ziekteverschijnselen zijn vaak mild en algemeen; sloom, weinig eetlust, koorts tot soms 40°C en lichte koliekverschijnselen wanneer er ook sprake is van diarree. Vaak is de oorzaak van het ziek worden multifactorieel, dat wil zeggen dat er naast het coronavirus ook andere ziekteverwekkers een rol spelen. Heel zelden, in zo'n 4% van de besmette paarden, zien we neurologische verschijnselen die zich uiten in
zwalkend en ongecoordineerd lopen, in cirkels lopen, epilepsie en in nog ernstiger vorm dieren die niet meer op de benen kunnen staan. In dat geval kan er zonder drastisch ingrijpen sterfte optreden. Bij de lichtere verschijnselen is goede verzorging met soms enige ondersteunende medicatie meestal voldoende. De diagnose wordt gesteld door aantonen van het virus in de mest. Omdat daarin het virus slechts kort aanwezig is en daarmee gemist kan worden, zijn twee bloedonderzoeken met een tussentijd van
drie weken nodig. Met als gevolg dat een definitieve uitslag later komt.
Een besmet paard in een groep zal veruit de meeste andere paarden ook besmetten. Bij paarden met koorts, maar zonder andere
zichtbare aanwijzingen voor ontstekingen, is een verdenking van corona terecht. In dat geval is isolatie van het paard nodig, met reiniging en ontsmetting van alle plaatsen en voorwerpen waar het paard of de mest mee in aanraking geweest zijn. Een vaccin tegen dit virus bestaat niet, maar zoals voor veel ziekten geldt, zijn hygiënische werkwijzen en maatregelen altijd goed.
West Nijl Virus
Wat wel door de lucht vliegt is de Culex pipiens, de gewone steekmug die overal in Nederland voorkomt. Deze steekmug kan de uiterst vervelende West Nijl ziekte aan paarden overbrengen. Deze steekmug heeft weinig voorkeur voor een specifieke diersoort. En ook de Tijgermug zou de ziekte kunnen overbrengen. Veel trekvogels zijn besmet met het West Nijl virus en spelen een belangrijke rol in de verspreiding van dit virus. Als de mug een besmette vogel steekt krijgt deze mug met het bloed vaak een grote hoeveelheid virusdeeltjes binnen. En steekt deze mug daarna een paard dan kan dit paard geïnfecteerd worden met het West Nijl virus. Vanwaar de naam `West Nijl? Voor het eerst werd in 1937 het virus in Oeganda aangetoond en in de vijftiger jaren in
Egypte nader beschreven. Vanuit die regionen verspreidde het virus zich over de wereld.
Naast vogels en paarden kunnen ook mensen en kleinere zoogdieren besmet worden. Deze zijn allemaal een eindgastheer, hetgeen wit zeggen dat zij een besmetting niet kunnen overbrengen. In de VS werden rond het jaar 2000 tienduizenden paarden ernstig ziek waarvan er velen overleden. In Duitsland is inmiddels een flink aantal besmettingen met dit virus bij paarden aangetoond. In Nederland werd in september 2020 het virus voor het eerst bij een grasmus aangetoond. Het was een geringde vogel die bij een eerdere vangst in bet voorjaar nog negatief was. Bij mensen werd een besmetting eerder aangetoond maar tot nu toe steeds bij personen die in het buitenland geweest waren. Tot september 2020, toen er een persoon uit de omgeving van Utrecht met het West Nijl virus besmet bleek te zijn, terwijl deze persoon niet buiten zijn omgeving geweest was. Beide bevindingen duiden er dus op
dat ook in Nederland besmettelijke muggen aanwezig zijn.
Gelukkig krijgt een paard na een beet van een besmette mug niet altijd klinische verschijnselen. Als dat wel het geval is dan duurt het gemiddeld zo'n 8 dagen tot ziekteverschijnselen zichtbaar worden. Het begint met lusteloosheid, slecht eten en koorts. Vaak zien we al heel snel, binnen 24 uur, neurologische verschijnselen. Deze uiten zich in een slappe achterhand, struikelen, spierrillingen, in cirkels lopen en slecht kunnen zien. Soms zijn de paarden niet meer bij machte om overeind te blijven, gaan liggen en kwmen in coma raken.
Behandeling
Behandelingen zijn gericht op ondersteuning van de patiënt, vaak door toediening van ontstekingsremmers. Van het geven van
virusremmers is vooralsnog weinig bekend. Een specifieke therapie is in ieder geval niet voor handen. Bij ernstige neurologische verschijnselen is opname in een kliniek noodzakelijk. Als er al herstel optreedt dan duurt dat meestal vele maanden. Sportpaarden zullen hun niveau niet meer bereiken.
Preventie
Gelukkig bestaan er voor deze ernstige ziekte in Nederland twee geregistreerde vaccins. Voor een goede bescherming moeten paarden twee maal gevaccineerd worden met een tussenpoos van circa 1 maand. Belangrijk is dat vaccinatie plaatsvindt ruim voor het muggenseizoen begint, waarbij bedacht moet worden dat bescherming pas voldoende is vanaf een paar weken na de laatste vaccinatie. De vaccinatie moet jaarlijks herhaald worden. Zolang er nog geen immuniteit is en overigens ook om andere redenen, is het
zaak om het de muggen moeilijk te maken. Zorg ervoor dat er geen broedplaatsen voor muggen zijn in waterreservoirs. Beruchte reservoirs zijn alle mogelijke bakken, emmers, autobanden, goten etc. waar water langer dan 4 dagen in blijft staan. Andere mogelijkheden om muggenbeten bij paarden tegen te gaan zijn om paarden niet in de ochtend- en avondschemering buiten te laten
lopen. Daarnaast zijn er middelen die de muggen zelf bestrijden.
(einde artikel)
© Copyright Fokkersvereniging