Engels Volbloed in de draverfokkerij

door Hans Huiberts

Dit artikel is met toestemming overgenomen uit de Breeders Special 2021 van het blad "Draf&Rensport"


In het kader van het 75-jarig bestaan van de Fokkersvereniging is de Breeders Special 2021 een hele dikke uitgave
van 112 bladzijden geworden met een speciaal thema: de Hybride Groeikracht in onze fokkerij. In een serie artikelen
worden kruisingen van verschillende fokrichtingen uitgediept en ook enkele foktheoriën zijn uitvoerig beschreven.
Een tweede aanleiding was de plotselinge hype in Zweden met het gebruik van pacerbloed in de draverfokkerij.




Subtitel: Veel geduld en nog meer geluk

In dit blad staat een algemeen artikel over “Heterosis”, het kruisen van twee soorten om een beter ras te vormen en daar zijn enkele voorbeelden van gegeven. In dit artikel behandelen we de kruisingen van dravers en Engelse Volbloeds.

In het Fokkerijnummer van 2001 heb ik een artikel geschreven over “Het Arabisch Volbloed en zijn invloed in de draf- en rensport”. Dit is onlangs gepubliceerd op de website van de Fokkersvereniging, met veel foto’s en illustraties van de vaderlijnen van de dravers en de renpaarden. Hier volgt een korte samenvatting.
In Engeland werden in de 17e eeuw snelle paarden uit Arabië geïmporteerd, die werden gekruist met inlanders om betere paarden te fokken, voor de koets, maar ook voor de races. Uiteindelijk werd dit het renpaard, de Engelse Volbloed. Bijzonder is dat de tegenwoordige Volbloeds allemaal afstammen van slechts drie stamvaders, de Byerley Turk, de Darley Arabian en de Godolphin Arabian. Paarden hadden toen nog geen eigen naam, maar werden vernoemd naar hun eigenaar.

Basis van de draverfokkerij
In de 18e eeuw werden veel Engelse renpaarden in de USA geïmporteerd voor rasverbetering van inlandse paarden en voor de races. Ook voor de harddraverfokkerij werden veel Volbloeds gebruikt. Tegenwoordig gaan alle harddravers in de vaderlijn terug op stamvader Hambletonian 10, die 3+4x4 is ingeteeld op de Engelse Volbloed Messenger.

Boven: Messenger in draf.

Boven: Hambletonian 10 had weinig Volbloedtype, maar fokte fantastisch.
Links staat zijn eigenaar William Rysdyk, die een NL-afstamming heeft.

Boven: De stamboom van Hambletonian 10,
3+4x4 ingeteeld op Messenger.



Enkele latere voorbeelden
Ook in de XXe eeuw zijn enkele Volbloeds gebruikt in de draverfokkerij en soms leidde dat tot grote successen. Hieronder volgen enkele voorbeelden.

Volomite
Deze in 1926 geboren Amerikaanse hengst is een kleinzoon van Peter the Great en zijn 3e moeder is de Volbloed Esther. Hij is dus dichtbij voor een achtste renpaard. Volomite was een goed koerspaard (2e in de Hambo) en een uitstekend vaderpaard. Hij is de grootvader van Star’s Pride.

Boven: Dit is Volomite, een achterkleinzoon van de Volbloedmerrie Esther en
hij is de grootvader van Star's Pride. Van Esther (XX, geb. 1877) stammen
veel goede dravers af in hun moederlijn: Vivid Photo, Revenue,
Giant Diablo, D'One, Papagayo E, Devious Man, etc.

Jamin
In dit opzicht wint de in 1953 geboren Franse hengst Jamin het van Volomite, want zijn grootmoeder is een Volbloed. Hij is dus voor een kwart renpaard. Het beroemde Haras des Rouges Terres van de bekende Champagne-familie Olry-Roederer kruiste in 1946 de Volbloedmerrie Gladys met de draverhengst Hernani III en het product was de recordloze dochter Dladys. Deze bracht later van verschillende draverhengsten 12 veulens, waarbij twee absolute cracks. Haar 2e veulen was Jamin (v. Abner), wereldkampioen in New York in 1959 en Prix d’Amérique-winnaar in de tijd dat een winnaar in het volgende jaar 25 meter bij de start moest voorgeven. In 1960 kon hij als tweevoudig winnaar net geen 50 meter starthandicap goedmaken op Hairos II voor zijn derde zege. Hij werd dichtbij 3e. Volgens velen was Jamin de beste Europese draver van de XXe eeuw. Vijf jaar na Jamin bracht Dladys de hengst Querido II (v. Fandango), tweevoudig Cornulier-winnaar. Dladys bracht nog 10 andere producten, waarvan Odysner en Ulner goede koerspaarden waren en slechts 3 recordloos.

Boven: Jamin en Jean Riaud zijn op Duindigt voor de GP der Lage Landen
waarin ze in 1958 2e werden achter Icare IV, aan wie ze 20 meter moesten
voorgeven. Een jaar later werd Jamin weer 2e, nu achter Hairos II,
die ook 20 m voorsprong kreeg bij de start. Jamin werd door vele
Europese kenners beschouwd als het beste Paard van de XX-ste Eeuw.

Boven: Jamin hield van artisjokken en toen hij in de USA was voor het Wereldkampioenschap
in 1959 kreeg hij van zijn trainer-pikeur Jean Riaud een artisjok gevoerd.
Deze foto werd voorpaginanieuws en "de artisjokkeneter" werd zijn bijnaam.
Natuurlijk werd hij wereldkampioen.


Tabriz en Caprior
Een volle zus van Jamin, Ninia 1.22,4 bracht 10 veulens, waarvan er 9 in de baan kwamen met als beste de crack Tabriz, ook tweevoudig Cornulier-winnaar. Caprior was van mindere kwaliteit maar werd wel een goede dekhengst.

Nafok van Dladys
Na deze successen werd het in volgende generaties toch wat minder met de nafok van Dladys, vaak door slechte vaderpaarden. Uit deze moederlijn stammen de Franse miljonair Swedishman (Ninia is zijn 4e moeder), Pinson, Jaminska en Remember Jihem. Verder nog de Belgische cracks Epalio, Fadalio en Orlando II. In de fokkerij stelden de van Dladys afstammende dekhengsten wat teleur, maar hun dochters waren zeer succesvol. Jamin is de PdM (Père-de-Mère) van Hymour (PdAm), Hêtre Vert en Kimberland. Querido II is de PdM van Queila Gédé (PdAm). Tabriz is de PdM van Grace Ducal, Derby du Gite en Ukir de Jemma en Caprior is de PdM van Autour, Défi en Buvetier d’Aunou, Rainbow Runner, Joker de Rozoy en Dream of Gold. Jean-Pierre Dubois heeft veel te danken aan de Caprior-dochters Kravotte, Nevadara en Nesmile. Zijn topfokmerrie Tahitienne (moeder van Goetmals Wood) is 3+4 ingeteeld op Jamin en 4+5x5 op Dladys.

Roc Wilkes
De Franse draverhengst Roc Wilkes (geb. 1961) was een zoon van de Franse draverhengst Eboué Wilkes en de Volbloedmerrie Féline (geb. 1948 van Blue Moon). Een halve Volbloed als harddraver dus, bij hoge uitzondering. Hij won tweemaal de Prix de Bretagne en was geplaatst in het Criterium der 5-jarigen en in de Prix de Paris. Als kanshebber sprong hij weg na een moeilijk koersverloop in de laatste bocht van de GP der Lage Landen 1967. Ondanks dat hij wel vaker een fout maakte (“hij verwarde de laatste rechte lijn van Vincennes wel eens met die van Longchamps”), had hij grote kwaliteiten. Aan dekken kwam hij helaas niet toe doordat hij voortijdig stierf. Na deelname aan de GP della Lotteria in Napels in 1969 werd hij samen met Tidalium Pélo (die 2e was geworden achter Une de Mai) per trein terug naar Frankrijk vervoerd. Bij de grens werd de wagon door de stakende douane op een zijspoor gezet, waar deze de hele nacht in de vrieskou bleef staan. De paarden hadden niets te eten en te drinken. Na een zoekactie vond men de volgende dag de wagon terug. Roc Wilkes was aan kou en uitputting overleden, maar Tidalium Pélo leefde nog. Hij herstelde en won daarna nog veel koersen, waarbij de Prix d’Amérique van 1971 en 1972.

Vismie
Een ander voorbeeld is de in 1965 geboren Franse dravermerrie Vismie. Haar recordloze moeder Nubie was een dochter van Fandango en de Volbloedmerrie Missoulette. Op dezelfde manier gefokt als Jamin. Vismie was een goed koerspaard (ze won 5 Groep-2 koersen en was 3e in de Elitloppet), maar zij werd vooral bekend door enkele galopsprongen. In de laatste bocht van de Prix d’Amérique van 1972 had ze in de laatste bocht de leiding, met naast zich de favoriet en Franse lieveling Une de Mai, die op weg leek naar de zege. Plotseling sprong Vismie weg en de wielen haakten in elkaar, waardoor zij en Une de Mai bijna tot stilstand kwamen. Tidalium Pélo schoot er voorbij en won de koers met grote voorsprong. Vismie werd nog 5e en Une de Mai 7e. We zullen nooit weten hoe het zou zijn afgelopen zonder die vreemde sprongen van Vismie. Wereldkampioene Une de Mai heeft trouwens bij haar andere 5 deelnames aan deze superkoers ook niet kunnen winnen. Dit tot grote teleurstelling van haar vele Franse fans.

Boven: De Koningin van de Franse drafsport, Une de Mai (midden), leek in 1972 eindelijk de
Prix d'Amérique te gaan winnen. Leek...., want in de laatste bocht springt Vismie (rechts) weg
en zij wordt door haar pikeur ingehouden. Daarbij haakt het linker sulkywiel van Une de Mai
achter het rechter van Vismie (zie pijl). Even later staan beide merries bijna stil. De "zwarte
duivel" Tidalium Pélo (links) schiet er voorbij en wint de koers. Une de Mai werd 7e....
De fans van Une de Mai gaven Vismie de schuld van dit "drama".


Hairos II
Ook onze eigen Hairos II had relatief veel Volbloed in zijn aderen en dat kon je ook aan hem zien. We hebben de stamboom van zijn moeder Salambo II hierbij afgedrukt. De merries, waar XX achter staat, zijn renpaarden. Haar vader Limoges was op dezelfde manier gefokt als Jamin, dus voor een kwart Volbloed. De vader van Hairos II is Kairos, van The Great McKinney (USA) uit Uranie (3x PdAm). Opgeteld was Hairos II dichtbij voor ruim een achtste deel Volbloed. Bovendien was zijn (6e) stammoeder Clementine een kleindochter van een Volbloedhengst.

Boven: De stamboom van Salambo II, de moeder van Hairos II, bevat veel Volbloed (XX).

Boven: De adelijke Hairos II in 1960 op de baan van München-Daglfing in Duitsland,
met zijn trainer Willem Geersen.


Quif de Villeneuve en Galius
Enkele jaren geleden was er nog een voorbeeld van een succesvolle kruising met Volbloeds. In 2012 won Quif de Villeneuve de Prix de Cornulier in de recordtijd van 1.12,0 over 2.700 m. Hij is een zoon van Coktail Jet uit een dochter van Talassius (Quioco-Gamélia). Zijn 4e moeder is de Engelse Volbloed Larida, dus hij is voor een zestiende deel renpaard, met een Volbloed moederlijn. Zijn halfzus Star de Villeneuve (van Jag de Bellouet) werd moeder van de formidabele hengst Galius (van Love You), winnaar van het Criterium des 5 Ans in 2021.

De Halve Volbloeds
Hierboven zijn de succesvolle kruisingen beschreven. De ongetwijfeld vele mislukkingen zijn onopgemerkt gebleven. Quif's 3e moeder (halfbloed) werd geboren in 1976. De halfbloed Roc Wilkes in 1961, Vismie's moeder in 1957, Dladys in 1947 en de halfbloeds uit de stamboom van Hairos II uit het begin van de vorige eeuw. In Frankrijk werden dus gedurende lange tijd mondjesmaat halfbloeds toegelaten, maar in de laatste decennia niet meer. Kruising met Amerikaanse dravers bevalt veel beter.

Boven: De Coktail Jet-zoon Quif de Villeneuve is voor 1/16e deel Engels Volbloed,
en wel met Volbloedmerries op de X-lijnen en in de moederlijn.

Nederland
Ook in Nederland zijn enkele experimenten uitgevoerd. De in 1964 geboren recordloze Nederlandse merrie Felicitas was een dochter van de Volbloedhengst Koridon en de dravermerrie Zamorina V (volle zuster van YYV, kleindochter van Tourterelle). Zij is naar mijn mening verkeerd om gefokt; het lijkt logischer om een volbloedmerrie met een draverhengst te kruisen als je een draver wilt fokken. Felicitas kwam niet in de baan en werd moeder van 11 waardeloze dravers. Haar oudste dochter Jacatra had een record van 1.33,8 en een winsom van 100 gulden, maar als fokmerrie was ze een voltreffer. Ze bracht een serie toppers met Snel E, Sweepstakes winnares Trianka E. Vera van Cornjum en Ada van Cornjum, allemaal voor 1/8e Volbloed. Laatstgenoemde is moeder van o.m. Koos, Leen en Mary van Camstra. Vera van Cornjum is de grootmoeder van Kim Wielinga. Ook Banker Transs R gaat terug op Jacatra. Het is moeilijk te zeggen of de klasse van deze dieren te danken is aan betovergrootvader Koridon, aan grootvader Heres of aan de moederlijn van Tourterelle. Waarschijnlijk alles met elkaar. (Van Tourterelle stammen zowel haar vader als haar moeder van Volbloedmerries af)

De Limburgse draverfokker Houben heeft ook met volbloed geëxperimenteerd, maar dat gaf geen succes. Net zomin als de experimenten van de heer Wyert uit Drempt, die twee keer een Volbloedhengst (Fadinger en Exilio) heeft gebruikt op zijn merrie Xolga Scott. Meer succes had hij met vaderpaard Pioneer (USA, draver), die hem de bekende Hertogin van Gelre bracht.

Kanttekeningen
Denk nu niet dat gebruik van renpaardbloed in de draverfokkerij het ei van Columbus is. Meestal mislukt het. Het is in UET-verband verboden, maar misschien is er dispensatie mogelijk voor een experiment. Het begint al steevast met een eerste generatie mislukkelingen. Dan moet je geluk hebben met een dochter die toevallig een goede match vormt met de door jou gekozen draverhengst. Een kwestie van geduld en heel veel geluk. Maar als het lukt kan er iets heel bijzonders uit voortkomen. Dat hebben we gezien met Jamin en Hairos II.

(einde artikel)


Voor het inleidende artikel over Heterosis (bastaardkracht) en
kruisingen met andere rassen in de draverfokkerij: Click hier

Voor het artikel over de kruising met pacers: Click hier

Voor het artikel over de succesvolle Volbloedfokker Tesio: Click hier

Voor een artikel over de Volbloed-oorsprong van de draverfokkerij: Click hier

Voor een artikel over de X-factor: Click hier

Voor een artikel over vader- en moederlijnen: Click hier


© Copyright Fokkersvereniging 2021