Kosten/baten van jong koerspaard
Is het gras groener bij de buren?

door Piet van de Poel

Dit artikel is met toestemming overgenomen uit
het blad "Draf&Rensport" nr.33 van 17-08-2023,
met de titel:

Hoeveel kost een Derby-ticket?

Naast paardeneigenaar zit er ook iets van een boekhouder in me.
!n dat kader leek het me interessant om eens wat cijfers naast elkaar te zetten om
vast te stellen in welk land kosten en baten het beste in balans zijn.
Uitgangspunt is wat het kost (en opbrengt) als je de Derby wint.
Om het simpel te houden heb ik drie jaar training als uitgangspunt genomen
en eindigen we bij de Derby der 4-jarigen. Voorlopige conclusie:
het valt niet mee om dat uit te rekenen. Zo'n beetje alles wat hierna komt
kan met een 'ja, maar....' genuanceerd worden.

(WM = toevoeging van de webmaster namens de Fokkersvereniging)

topper

Boven: Patrick de Haan is blij en trots met zijn Derby-winnaar Ideaal,
en de eigenaren van M.T.N. Stable ook.
Maar wat heeft dat bosje bloemen eigenlijk gekost?
Voor de winnaar leverde het veel geld op, maar veel anderen
hebben er een groot bedrag aan meebetaald.

De kosten kunnen in een land enorm hoog zijn, maar de verdiensten eveneens, mits je een goed paard hebt. Anderzijds zijn de kosten in een land misschien lager, maar zo ook het prijzengeld. Graag krijg ik ook input van anderen zodat we op basis van meer data tot een beter beeld komen. Van een aantal erg aardige eigenaren heb ik informatie gekregen, maar nog veel is mij net bekend.

Jaarlingenprijzen
Ik heb gekeken naar een beperkt aantal landen: Nederland, Duitsland, Zweden, Frankrijk en de VS/Canada. Italië is voor mij nog een black box. Voor alle landen, behalve de VS/Canada, ga ik uit van 3 koersjaren. Na twee jaar koersen in de VS, zijn de meeste paarden toe aan hun pensioen.
Allereerst de kosten. Die zijn opgebouwd uit een aantal factoren: aankoop, training per dag, dierenarts, hoefsmid, transport en inschrijfgelden. Bij de aankoopsom gaat eigenlijk al elke vergelijking scheef. Gemiddelde opbrengst vorig jaar in Lexington USA: $ 73.690, Arqana select sale in Deauville € 26.960, Wolvega € 12.300, Sweden International Yearling Sale 502.027 kr (mediaan was 300.000 kr!), Berlijn € 23.016. Snelle conclusie: in Amerika zijn ze te duur, in Frankrijk te goedkoop en in Nederland krijg je `value for money'.

Noord-Amerika
De klassieke nummers zijn in alle landen behalve Frankrijk gebaseerd op het principe dat iedereen bijdraagt aan de pot, uiteindelijk dus voor een groot deel een sigaar uit eigen doos, met Amerika als negatieve uitschieter. Voor de VS heb ik me laten vertellen dat je, als je een jaarling voor alle stakes inschrijft, zo'n $ 50.000 mag reserveren. Daar komen dan later nog de definitieve inleggelden bij. Reken voor de Hambletonian op $ 10.000. In de verslagen van Bas Schwarz vliegen de tonnen prijzengeld je om de oren. Het is één grote Zilvervloot. Als bijlage zou erbij mogen staan wie allemaal bijgedragen hebben aan het prijzengeld. Een trainer rekent daar voor de `gewone' paarden tussen $ 3.000 en $ 3.500 per maand. De trainers die actief zijn op het Grand Circuit rekenen tot $ 5.000 per maand. Daarnaast is de dierenarts een vaste aanwezige op de factuur. Als een paard geen $ 60.000 per jaar kan verdienen, heb je er weinig aan. Het lijkt erop dat koersen in Amerika een hele steile piramide is. Als je een topper hebt kun je heel veel verdienen, zeker als je daarna een dekhengst overhoudt. Gemiddeld kan het echter ook heel veel kosten. Daarom kopen veel liefhebbers in een aantal jaarlingen een stukje van 10% of meer om zo de risico's te spreiden.

Frankrijk
Het andere uiterste is Frankrijk. Daar doen ze niet aan inschrijfgelden voor belangrijke koersen. Allemaal nodeloze administratie blijkbaar. (WM: en betaald uit een fors percentage van de gigantische toto-omzetten) Gezien het enorme prijzengeld en de afwezigheid van inschrijfgelden en de gemiddelde trainingskosten (tussen € 30 en € 40 per dag) lijkt het voor de hand liggend om allemaal naar Frankrijk te verhuizen met de paarden, mits Frans geregistreerd. Toch is een nuance op zijn plaats. Het verraderlijke van gemiddelden is dat het camoufleert hoeveel paarden helemaal niets verdienen. Inderdaad, vele lopen mooi prijzengeld bijeen, een paar enorm veel prijzengeld, maar er zijn enorm vele die de baan nooit halen. Eigenaren die van de sport kunnen leven, zoals Lucien Urano (Ecurie des Charmes) en Philippe Allaire (Haras de Bouttemont), zijn ook in Frankrijk dun gezaaid.

Zweden
In Zweden kost een paard in training gemiddeld tussen 400 en 500 kr per dag. Gelukkig is de Zweedse kroon in waarde gedaald (helaas zie je dat dus ook in het prijzengeld terug). De transportkosten zijn er heel fors, afgezien van de enorme afstanden. Een voorbeeld: Robert Bergh heeft zijn stal in Sundsvall (jazeker, dat is midden Zweden) en rekent 7.000 kr voor de trip naar Boden (de noordelijkste baan van Zweden) en 13.000 kr naar Jagersro, de meest zuidelijke. Jorgen Westholm rekent 59 kr per 10 kilometer. Het prijzengeld in Zweden is gemiddeld heel aardig, maar het wordt pas echt gezellig als je in de topnummers mee kunt doen. Veel Nederlandse trainers hebben al heel wat kronen mee naar Nederland genomen. Paul Hagoort sprokkelde in 2022 6.471.000 kr bijeen, Dion Tesselaar 1.997.397 kr, bijna hetzelfde als Jeroen Engwerda in 2020. Als je in alle belangrijke nummers meedoet (2, 3 en 4 jaar) betaal je 35.014 kr aan inschrijfgeld. De grote glanzende wortel die wordt voorgehouden is wanneer je een topnummer wint en in aanmerking komt voor de verdubbelaar. Dan gaat, bijvoorbeeld bij Kriterium voor 3-jarigen en Derby voor 4-jarigen, de eerste prijs van 2.000.000 naar 4.000.000 kr. Als tweejarige moet je dan wel afgezien hebben van de premie bij kwalificatie. Omdat steeds tneer eigenaren hiervan afzien, wordt het aantal koersen dat voor de verdubbelaar in aanmerking komt steeds groter. Overigens geldt de verdubbelaar ook voor de plaatsgelden. Vorig jaar nam, uiteraard, Daniel Reden, de eerste drie plaatsen in het Kriterium voor zijn rekening. In plaats van 3.500.000 kr kon hij bij de kassa 7 miljoen kronen afhalen. Tel daarbij de 4 miljoen voor de Derby overwinning van Francesco Zet en we hebben even geen medelijden met Stall Zet. De fokpremie vergeten we maar even gemakshalve. Dat is bij dit soort bedragen een afrondingsverschil. (WM: Inmiddels is bekend gemaakt dat de verdubbelaar binnenkort wordt verlaagd, de prijzen zullen in de komende jaren met 50% worden verhoogd, i.p.v. 100% nu. met ingang van de in 2022 geboren paarden.)

Duitsland
In Duitsland is de Derby nu voor vierjarigen. Om de hele cydus van Jugendpreis tot en met Derby te doorlopen en uiteindelijk in de Derby aan de start te komen dien je € 7.400 uit de portemonnee te trekken. In 2022 nam Days of Thunder voor onder anderen wijlen Johann Holzapfel € 154.613 nice naar huis. Holzapfel had waarschijnlijk genoeg van alle rekensommen en het lange wachten, dus kocht hij de laatste jaren in het Derbyjaar een aandeel in diverse topkandidaten en kon zo verschillende keren met de beker zwaaien naar het publiek. Hij had bij de Road to the Derby de korte route genomen. Niks twee jaar wachten, hopen, teleurstellingen wegslikken, opnieuw beginnen; enfin, u kent het proces wel. Overigens is sinds 1996 (dus de afgelopen 27 jaar) 17 maal de Duitse Derby gewonnen door een in Nederland getraind paard. Met de hoge dieselprijs kan men beter het spektakel naar het westen van Duitsland verhuizen. Dan is iedereen weer 's avonds thuis.

Nederland
Dan tot slot Nederland. Als we alle inschrijfgelden tot en met de 4-jarigen Derby optellen, dan komen we op een totaal van € 5.400, minder dus dan in Duitsland. Alleen schreef Max Occagnes in 2022 € 39.000 bij toen hij op Duindigt won en Let it be VP € 30.000 in 2021. Luciano Lobell toucheerde € 13.250 bij zijn overwinning in de Derby der Vierjarigen in Wolvega, dat is 8,5'% van eerste prijs in de Berlijnse Derby. Lager inschrijfgeld dan Duitsland, maar ook veel lager prijzengeld voor de winnaar.

TCT
De Trotting Classics Tour heb ik specifiek niet bij Nederland genoemd, omdat het een internationaal programma is, toegankelijk voor paarden uit alle landen. Hetzelfde geldt ook de Breeders Course, waar ook iedereen zijn jaarling voor kan aanmelden. Als je alle inschrijvingen doorloopt bij de TCT tik je € 2.200 af, maar dan maak je wel kans op een prijzenpot van € 589.000 en dat lijkt zelfs nog exclusief de dotering aan de 26 satelliet koersen. Uiteraard worden we] de meeste (44) koersen op Nederlandse bodem afgewerkt, dus dat is wel van grote invloed op het prijzengeld in Nederland.

Bloemen
Elk jaar wint slechts één paard de krans en zal de rest het moeten doen met de alternatieven, die zich wekelijks aanbieden. Dan kan zijn op gras, of op de kortebaan, of bij een baan in de buurt of in het buitenland. En we weten allemaal dat de competitie wekelijks in Wolvega zwaar is, terwijl in Zweden en Frankrijk dagelijks meerdere mogelijkheden zijn en veel gerichter ingeschreven kan worden. Om alle variabelen in een rekensom te verwerken, indusief de relatieve kans op winst in verhouding tot het aantal veulens in een jaargang, heb je een computer nodig die ik thuis nog niet heb staan. Ik zal u niet vermoeien met mijn armzalige pogingen daartoe. Gemiddeld zal het goedkoper zijn om elke zaterdagochtend een bloemenwinkel leeg te kopen en daarmee de hele buurt blij te maken, dan te hopen op het bosje bloemen dat bij een unieke overwinning als de Derby hoort. Maar ja, als je eenmaal gegrepen bent door dat bijzondere virus waarbij iedereen bij de ingang van de baan zijn verstand achterlaat en zijn emotie tevoorschijn haalt, dan is er niets mooiers dan de triomftocht langs de tribunes en te zwaaien met juist die bos bloemen.

Bronnen: LeTrot.com, hvtonline.de, ndr.nl, travsport.se, arqana-trot.com, lexingtonselected.com, yearling.nl, yearling.se, mein-trabrennsport.de, SW Racing & Productions, trottingclassicstour.com, diverse aardige eigenaren.

(einde artikel van Piet van de Poel)

Inleggelden voor Vergelijkbare Klassiekers
(SEK delen door 10 om Euro's te krijgen)
* dit betaal je als jouw paard voor alle nationale klassiekers blijft ingeschreven

Nederland   Duitsland   Zweden  
Jonkerprijs € 350 Jugendpreis € 225 Uppfodningslopning SEK 3.392
Productendraverij € 350 Buddenbrock € 375
Sweepstakes € 530 Abdel Toddington € 300 Euroclassic SEK 5.000
Fokkerstrofee € 660 Breeders Crown € 1.350 Sprintmasteren SEK 5.000
Derby 3-jarigen € 2.125 3-jarigen serie € 1.200 Kriterium SEK 10.810
Derby 4-jarigen € 975 Derby (4 jr) € 3.500 Travderby (4 jr) SEK 10.812
Breeders Crown € 410 St Leger € 450
Totaal * € 5.400 Totaal € 7.400 Totaal SEK 35.014



Vergelijking 5 landen en TCT, in relatie met het aantal veulens
(minder veulens ingeschreven = meer kans op succes!!)

kostenpost NL TCT Dld Zwe Fr USA
gemiddelde Jaarlingenprijs € 12.400 ??? € 23.000 € 40.000 € 27.000 $ 75.000
inleggelden alle klassiekers € 5.400 € 2.200 € 7.400 € 3.600 € 0 $ 50.000
trainer per maand € 1.000 € 1.000 € 1.000 € 1.500 € 1.500 $ 3.500
inlegelden Derby / Hambo € 2.125 € 2.200 € 3.500 € 1.000 € 0 $ 10.000
1e prijs Derby /Hambo * € 42.000 € 50.000 € 110.000 € 180.000 € 120.000 $ 500.000
fokpremie 10% 10% 10% 20% 12,5% 0%
aantal veulens per jaar ** 180 350 300 2.200 9.000 1.500 (trot)

* prijsniveau 2024. Zweden zonder de verdubbelaar.
** Aantal veulens geschat. In Noord-Amerika ca. 6.000 Standardbred-veulens (trot+pace).

Derby

Boven: Eigenaar Leendert Gerrits bedankt zijn John King Boko in 2020.
Eindelijk een NL-Derby-winnaar! Leendert won al enkele fors beter
betaalde Derby's in Duitsland, maar deze op Duindigt was
misschien wel de mooiste. Voor 'eigen' publiek!!
Door het lagere aantal veulens heb je in ons land
ook veel meer kans op een Derby-winnaar.

(foto: www.doordraven.nl)

Het slimste is ongetwijfeld om een NL-TF-veulen te fokken/kopen.
De training is even duur, maar je kunt van twee walletjes eten
en de fokker krijgt fokpremies in 2 landen.


Voor de veel gestelde vragen (FAQ): Click hier

Voor het overzicht van alle artikelen: Click hier

Terug naar de homepage: Click hier

© Copyright Fokkersvereniging 2025